Hobo spelen

Hobospelen wordt van harte aanbevolen door oud-lid van Hofstads Jeugdorkest:

– Willem Luijt, 1e hoboïst van het Metropoolorkest

Gemiddeld beginnen kinderen met hobopelen tussen 8 en 12 jaar. De orkestacademie beschikt over een enkele hobo’s en de hobo wordt een half jaar gratis ter beschikking gesteld (zolang de voorraad strekt) als je inschrijft voor een introductieopleiding van 18 lessen. De orkestacademie werkt samen met de volgende hobodocenten die lesgeven in diverse Haagse regio’s:

  • Peter le Feber (Muziekacademie Den Haag)
  • Marije Slot (Muziekacademie Den Haag)
  • Alie Groen
  • Irma Kort
  • Marleen Noske (Regio Leiden/Wassenaar)

Onze coördinator houtblazers (Mirjam Teepe) helpt je graag bij het vinden van een geschikte docent of als je andere vragen over hobospelen hebt. Contact via email : hout@orkestacademie.nl

Wil je direct inschrijven voor een introductieopleiding hobo? Vul dan het aanmeldformulier van de orkestacademie in. Als je het aanmeldformulier hebt opgestuurd betreft dit een voorlopige aanmelding. De aanmelding wordt definitief als er plaatsing bij een muziekdocent is overeengekomen met de ouders/verzorger, inclusief lesdag/tijd.

Kennismaken met de hobo

Instructiefilmpje  hobospelen

Informatie over hobo

De hobo is een houten blaasinstrument met heel erg veel zilveren kleppen. Vroeger had de hobo bijna alleen maar gaatjes, net als een blokfluit.Het mondstuk van een hobo is van echt riet gemaakt en moet je apart op je hobo zetten, anders komt er geen geluid uit! Als je net met hobospelen begint, is het heel moeilijk om zachtjes te spelen, maar als je veel oefent wordt het steeds mooier en zachter.

In het orkest mag de hobo het orkest stemmen omdat het geluid een beetje doordringend is. Dat hoor je altijd vlak voordat een concert begint. De hobo speelt de hele tijd één toon, (dat is een “a”, voor de kenners onder jullie misschien wel bekend?) en alle andere instrumenten gaan dan proberen om net zo’n mooie, zuivere “a” te spelen. Dan pas begint het concert.

Een hobo kan heel hard en heel zacht spelen, heel mooi of een beetje gemeen, heel warm of snerpend. Dat heeft allemaal met het riet te maken. Ieder riet is anders en je maakt ze zelf. Dat is een heel karwei, dus behalve een goeie muzikant moet je ook nog goed kunnen knutselen! Er zijn 3 soorten hobo’s die veel in het orkest gebruikt worden: de gewone hobo, een hobo d’amore, die is een stukje langer en klinkt dus ook lager en dan is er nog een althobo, die is nog langer en klinkt nog lager.

keyboard_arrow_up